BSc Architecture Project 6 (2015)

De situatie is als volgt, de kunsthal is afgebrand. Uiteraard een vreselijke gebeurtenis, want van al het werk van OMA was dit toch wel een parel. Kritisch, gelaagd, vol van betekenis maar ook van een benaderbare en nederige schaal. Letterlijk en figuurlijk geïnspireerd door de veelzijdigheid van de Kunsthal begon dit ontwerpproject met een analyse van het ontwerpproces van OMA. Daarnaast onderzocht ik de historie van het gebied, het land van Hoboken, de ecologische waarde van het groen en tot slot de functie en perceptie van de Kunsthal als een laagdrempelige hal voor kunst.

Toentertijd kreeg het concept van de Kunsthal fikse kritiek van de bestaande orde, het zou te plat en populistisch zijn. Maar doordat de Kunsthal een groot succes werd, hield het een spiegel voor aan de bestaande orde en dwong ze om te vernieuwen. Zie het boek van Ron Kaal over de Kunsthal voor een informatieve en vermakelijke toelichting ( Ron Kaal – Respectabel populisme).

Vanuit deze onderzoeksrichtingen kwam langzaam een idee op. Geïnspireerd op de vrijheid die OMA en Koolhaas namen bij het maken van de kunsthal laat ik me vrij om al de genoemde onderzoeksrichtingen hun rol te laten spelen in het ontwerp. Uitgaand van het omarmen van complexiteit zoals OMA doet, is dit ontwerp een zichtbare uiting van de complexiteit van de omgeving en ecologie, de geschiedenis van de kunsthal, zijn maker en haar rol binnen de maatschappij.

Het concept is zichtbaar in de afbeeldingen. Om de parken te verbinden is de weg op de Westzeedijk opgetild. Dit houd de dijk intact en creëert ruimte voor de voetganger en dier. De auto stijgt veel makkelijker dan een voetganger. Bovendien doorbreekt het de monotonie van de Westzeedijk met een verticale beweging. Een pad wordt onder de weg doorgetrokken en het talud van het museumpark wordt omhoog getrokken. Dit zorgt voor een soepele verbinding en onder de grond ontstaat zo ruimte voor de ‘kunsthallen’. Het uitganspunt is tevens om het land van Hoboken weer te laten groeien, om de bestaande parken fysiek te verbinden en de stadsecologie te verbeteren. Tevens is het populistische, laagdrempelige karakter van de de kunsthal zichtbaar gemaakt in haar vorm, de hal schenkt zelfs kunst aan de voorbijganger door uitstekende vormen van de hoofdmassa. Het is een ondergrondse, super populistische, groene en ecologische kunsthal, of zelfs een kunsthalte, met zijn eigen tramverbinding.

Tevens is deze hal door zijn ligging van nature veilig, donker en goed geïsoleerd. Het onstane glooiende landschap wordt bestrooid met kunstvoorwerpen. Het dak als openbare beeldenroute. Populistischer kan het niet, de kunst wordt onvermijdelijk. Bovenop de ontstane berg worden de openbare functies en de kantoren gestapeld als een poort die mensen van het Park naar het Museumpark trekt en andersom. Ook het interieur omarmt deze complexiteit en laat alle lagen van een modern gebouw zien, van constructie en installatie tot strakke afwerkingen. De routing trekt mensen door alle ruimtes, zelfs het depot is een zichtbaar onderdeel. Tot slot worden alle functies verbonden met een verticale schacht, liftkoker, baken, expositieruimte en schoorsteen. Voilá, de kunsthal is terug, een plek waar je niet omheen kan.